Back to '78


Het is 1978. Met snelle gymschoentjes, Lois spijkerbroek, Herman Brood T-shirt, spijkerjackie en in het linkervoorzakje een pakje shag, merk Winner (I’m a winner, not a loser) sta ik klaar om de deur uit te gaan. “Wat ben jij van plan”, vraagt mijn moeder, die me van onder tot boven bekijkt. Ik grijns en verklaar “ga naar Gruppo” en loop door naar de garage. Daar zet ik mijn helm op, start mijn jankende Yamaha brommertje en scheur de koude decemberavond in richting Heerenveen.


In die tijd, eind jaren ‘70, zag ik ze allemaal: Gruppo Sportivo, Sweet d’Buster, Herman Brood and his Wild Romance, Massada, Vitesse, Muskee. Livin' Blues, Solution. Al die Nederlands pophelden van toen behalve Alquin. En dat laatste, daar baal ik nóg van.

± 15 jaar later ben ik met vrienden in een vakantiehuisje en win een legendarisch spelletje Trivial Persuit door op het juiste moment hét kaartje te trekken met de vraag: hoe heet de zanger van Gruppo Sportivo. Met een grote grijns antwoord ik met Haags accent: Hans van den Burrrreghhhh. We zingen met zijn allen Gruppo’s hitje “In Tokio I’ve got it made. In Tokio I’m on the hitparade”. Zie je wel, I’m a winner.

40 jaar na die koude brommertocht bekijkt mijn partner vanachter haar iMac onze digitale agenda en roept: “Hee, 9 juni, wat ben je dan van plan?” Ik grijns en verklaar: “Ga naar Gruppo. Ga je mee?”

Rock ‘n Roll voor de oudere jongere.
Maar hee, I’m a winner, not a loser.

Reacties